- anders
- {{anders}}{{/term}}1 [verschillend] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 autre⇒ différent 〈bijwoord〉 autrement⇒ différemment2 [op andere tijden] 〈bijwoord〉 d'habitude⇒ d'autres fois3 [in andere omstandigheden; om een andere reden] 〈bijwoord〉 sinon4 [beperking, voorbehoud] 〈bijwoord〉 du reste⇒ pourtant5 [voor het overige] 〈bijwoord〉 si ce n'est (pour)6 [toegeving] 〈bijwoord〉 avoir beau 〈+ onbepaalde wijs〉♦voorbeelden:1 anders gezegd • autrement ditmooi is anders • on ne peut pas dire que c'est beauanders worden • changerniets anders doen dan … • ne faire que …niets anders kunnen doen dan … • il ne … reste qu'à …niets anders willen doen dan … • ne pas aimer mieux que …het is niet anders • c'est comme çazo is het en niet anders • c'est ainsi et pas autrementanders dan anders • tout à fait originalanders dan hij beweerde • contrairement à ce qu'il a prétendu2 hij is anders zeer meegaand • d'habitude il est très accommodant3 waarom zou hij anders zo koppig zijn? • sinon, pourquoi serait-il si têtu?maak dat je wegkomt of anders …! • fiche le camp, sinon …!hij weet het niet, anders zou hij het wel zeggen • il ne le sait pas, sinon il le dirait4 verwacht je regen? Daar ziet het anders niet naar uit • tu penses qu'il va pleuvoir?, on ne dirait pas, pourtant6 hoe vlug hij anders is, dit is boven zijn krachten • il a beau être rapide, c'est au-dessus de ses forces
Deens-Russisch woordenboek. 2015.